Afstand en nabijheid in relaties
Hoe stem je samen af wat goed voelt?
In het ideeAteljee hebben we het gehad over het afstemmen van afstand en nabijheid in relaties. De bezoekers zagen dat niet als een vaststaand iets, maar meer als een soort dans, die in elke relatie weer anders is.
Bijvoorbeeld: je staat een vriend bij die het moeilijk heeft. Daarna kan het zijn dat je het fijn vindt om elkaar vaker te zien, maar het kan ook zijn dat je juist even afstand nodig hebt.
Meestal stem je dit af zonder woorden. Je doet bijvoorbeeld een voorstel om te wandelen. Als de ander dan vaak aangeeft niet te kunnen, wordt het vanzelf duidelijk. Maar soms is het niet duidelijk, en dan moet je het gewoon vragen.
Dat klinkt makkelijk, maar het vraagt soms moed. Toch is het belangrijk om dat te kunnen, anders mis je een realitycheck. Je kunt dan iemand zijn die vooral in zijn hoofd dingen rechtzet, in plaats van te kijken of het ook klopt in de werkelijkheid. Wil die ander bijvoorbeeld écht alleen zijn, of denk je dat alleen maar?
Daarnaast is het belangrijk om ook bij jezelf te checken: heb ik steun nodig, of juist even rust? En weet: je mag daarin veranderen. Je bent geen machine. Soms weet je het ook even niet, en heeft het tijd nodig om te voelen wat je werkelijk wilt.
Vriendelijk én duidelijk
Probeer altijd zowel vriendelijk als duidelijk te zijn. Bijvoorbeeld:
"Ik vind je gezelschap fijn, maar ik heb nu even tijd voor mezelf nodig."
Dat klinkt misschien cliché, of alsof je de ander afscheept, maar je voelt nou eenmaal wat je voelt. Zeg het wel vanuit jezelf, begin met “ik”. Dus:
"Ik heb behoefte aan rust"
in plaats van:
"Jij bent te aanwezig."
Ook kaders aangeven werkt goed. Bijvoorbeeld:
"Zullen we elkaar één keer per week spreken?"
Een deelnemer vertelde dat het belangrijk is om op patronen te letten:
"Tijdens corona belde ik elke dag mijn ouders. Na een tijd werd dat te veel, maar ik voelde me schuldig om het patroon te doorbreken. Uiteindelijk móest ik wel, maar het was fijner geweest als ik het eerder had durven zeggen. Soms kun je te vriendelijk willen zijn, waardoor je niet duidelijk bent."
Afstand vragen is niet egoïstisch
Afstand vragen is geen egoïsme, maar een manier om jezelf te bewaken. Dat geldt ook voor waar je het over hebt als je bij elkaar bent.
"Een vriend van mij heeft het altijd over politiek. Dat gaat zo van hoofd naar hoofd, in plaats van dat het hartscontact geeft. Hij zoekt vooral steun voor zijn standpunten."
Het is ook belangrijk te herkennen wanneer nabijheid te veel wordt. Als je merkt dat je moe of prikkelbaar raakt, zegt dat genoeg. Dan hoef je dat niet weg te praten met gedachten zoals:
"Ach, als ik nog een kwartier blijf, heb ik in ieder geval genoeg laten zien dat ik mijn best doe."
Goed contact met anderen begint bij goed contact met jezelf. Erken wat je voelt, zonder het weg te redeneren.
Een deelnemer zei hierover:
"Ik heb geprobeerd mezelf te trainen om sociale gelegenheden langer uit te houden, maar ik had me beter kunnen trainen in eerlijk zijn over mijn behoeften."
Hersteltijd en variatie
Je hebt soms ook hersteltijd nodig na intens contact.
"Ik heb een vriend, Rob, die een soort verlatingsangst heeft. Hij blijft maar praten. Een keer heb ik voor de grap geprobeerd hem zo lang vast te houden dat híj er genoeg van kreeg, maar dat lukte niet. Wat wel hielp, was iets anders gaan doen dan praten, bijvoorbeeld wandelen. Dat gaf net even een frisse wind door de spinnenwebben in mijn hoofd. Tegenwoordig bouw ik nieuw contact voorzichtig op. Eerst maar eens appen in plaats van bellen. En ik vraag ook vaker wat de ander wil: ‘Is het nog oké voor jou, of wil je even wat anders doen?’"
Moeilijkheden bij vragen om afstand én nabijheid
Voor veel mensen is het lastig om zowel om afstand als om nabijheid te vragen.
Bij afstand vragen voelen sommigen zich schuldig.
Bij nabijheid vragen speelt vaak de angst om afgewezen te worden.
Toch ontdekten we samen:
Als je ‘nee’ kunt zeggen, wordt je ‘ja’ oprechter.
Want als je geen nee kunt zeggen, zeg je soms ja uit schuldgevoel. Zo’n ja voelt niet vrij en veroorzaakt onderhuidse spanning. Wanneer je echt nee mag zeggen, wordt je ja veel fijner. Een duidelijke nee én een duidelijke ja scheppen vertrouwen. Voor jezelf én voor de ander. Als jij duidelijk bent, weten mensen waar ze aan toe zijn.
Hoe oefen je dat?
Zeg eens nee tegen iets kleins en voel hoe dat is. Vaak merk je dat de ander het prima vindt.
Gebruik “ja, maar…” als tussenstap. Bijvoorbeeld:
“Ja, ik wil je helpen, maar morgen past beter.”
Zo leer je nuance aan te brengen in je grenzen.
Een deelnemer zei:
"Nee is een prachtig woord. Het is duidelijk, en als je het uitspreekt, is het klaar. En van nee kun je altijd nog switchen naar een ja. Maar zeg ik ‘misschien’, dan wordt het vaag. Nee is meteen helder, het is een standpunt.